Sleuven maken

1. Selecteer de as of zijde van een gat.

2. Selecteer de toolguide RoterenOntwerp: gebruik de tool Roteren om een ontwerp 90 graden in het vlak van het scherm te draaien. U kunt uw ontwerp met de klok mee of tegen de klok in draaien. Object: met gebruik van de Verplaatsingsgreep om een object rond een as te draaien. en klik op de as van de aandrijfcilinder.

   Het is ook mogelijk om op de as van de aandrijfcilinder te klikken terwijl u de Alt-toets ingedrukt houdt.

3. Trek het gat om een gebogen sleuf te maken.

   U kunt een gebogen sleuf 360 graden draaien om een ronde snede te maken.

 

1. Selecteer de as of zijde van een gat.

2. Voer een van onderstaande handelingen uit:

   • Klik op de zijde van de aandrijfcilinder terwijl u Alt ingedrukt houdt om de richting van de trekbewerking naar de as van aandrijfcilinder toe in te stellen. Klik op de toolguide Trekrichting en trek het gat om een radiale sleuf te maken.

   • Klik op de zijde van de aandrijfcilinder terwijl u Ctrl ingedrukt houdt om de richting van de trekbewerking naar de as van aandrijfcilinder toe in te stellen. Klik op de toolguide Trekrichting en trek het gat om de cilinder te offsetten en tegelijkertijd een radiale sleuf te maken.

   • Selecteer de trekpijl die naar de as toewijst en trek.

   Als u een radiale gleuf wilt verlengen terwijl u de afstand vanaf een radiale zijde wilt behouden, klik dan op de as van de radiale sleuf en de zijde terwijl u Ctrl ingedrukt houdt en trek.

   Als u een sleuf wilt verplaatsen samen met een radiale zijde, selecteer dan de as en de zijde van het gat terwijl u Ctrl ingedrukt houdt en trek.

1. Selecteer de as van een sleuf.

2. Houd de Alt-toets ingedrukt en selecteer de zijde van de cilinder of de zijde om de offsetrichting in te stellen.

3. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en trek of voer een radiuswaarde in.

1. Selecteer de as van een gat.

2. Selecteer de toolguide SweepTrek een oppervlak of zijde langs een lijn of rand met gebruik van de tool Trekken. U kunt zijden en randen sweepen en rechte of gekromde lijnen of randen selecteren waar u langs wilt sweepen. Sweepen langs een spline is een trektechniek voor het maken van een gelijkmatige, golvende vorm. Raadpleeg Traject..

3. Klik op de sweepbaan.

   Een sweepmoduspijl duidt het begin van de sweep aan.

4. Klik en sleep in de richting van de trekpijl om de geselecteerde objecten te sweepen.

   U kunt ook Volledig trekkenTooloptie Trekken waarmee u 360 graden rond kunt draaien of naar de volgende zijde kunt trekken, door het volledige traject kunt sweepen of door geselecteerde zijde kunt vermengen. selecteren in het deelvenster Opties of de miniwerkbalk om de hele lengte van de baan te sweepen. Als u Volledig trekkenTooloptie Trekken waarmee u 360 graden rond kunt draaien of naar de volgende zijde kunt trekken, door het volledige traject kunt sweepen of door geselecteerde zijde kunt vermengen. selecteert en de zijde of het oppervlak dat wordt gesweept zich midden in de baan bevindt, wordt dit in beide richtingen gesweept.

Het is mogelijk om een gat dat is gesleept om een sleuf te vormen aan te passen door te trekken aan een van de sleufassen.

Als de sleuf een geronde of afgeschuinde rand heeft, dubbelklik dan op de ronding of afschuining om de bematingen te wijzigen.

Als u vanuit het deelvenster Opties Eerst loskoppelen selecteert, wordt de sleuf een vaste vorm als u deze met de tool VerplaatsenEen tool die gebruikt wordt om geometrie om te zetten of te draaien. van het object af beweegt, zoals hieronder weergegeven.

1. Selecteer de tool TrekkenEen tool die gebruikt wordt om de geometrie te verstoren of te vervormen. Gebruik de tool Trekken voor het offsetten, extruderen, sweepen, schetsen en vermengen van zijden, of om randen af te ronden, af te schuinen of te extruderen. Bij het omzetten van een schets naar 3D, maakt het trekken van een lijn een oppervlak en het trekken van een oppervlak maakt een vaste vorm..

2. Selecteer beide assen van de sleuf

3. Voer een van onderstaande handelingen uit:

   • Klik op de zijde van de aandrijfcilinder terwijl u Alt ingedrukt houdt om de richting van de trekbewerking naar de as van aandrijfcilinder toe in te stellen. Klik op de toolguide Trekrichting en trek het gat terwijl u Ctrl ingedrukt houdt om de sleuf radiaal te verplaatsen.

   • Klik op de zijde van de aandrijfcilinder terwijl u Ctrl ingedrukt houdt om de richting van de trekbewerking naar de as van aandrijfcilinder toe in te stellen. Klik op de toolguide Trekrichting en trek het gat terwijl u Ctrl ingedrukt houdt om de cilinder te offsetten en de sleuf te verplaatsen.

   U kunt een gat ook radiaal verplaatsen door te drukken op de Shift-toets terwijl u het gat met de tool TrekkenEen tool die gebruikt wordt om de geometrie te verstoren of te vervormen. Gebruik de tool Trekken voor het offsetten, extruderen, sweepen, schetsen en vermengen van zijden, of om randen af te ronden, af te schuinen of te extruderen. Bij het omzetten van een schets naar 3D, maakt het trekken van een lijn een oppervlak en het trekken van een oppervlak maakt een vaste vorm. sleept.

Rechtsklik op een zijde van de sleuf en selecteer Koppeling verwijderen.

Eventuele wijzigingen die u aan de zijde van de sleuf hebt doorgevoerd, zijn alleen van toepassing op desbetreffende zijde.