SpaceClaim Online Help
U bent hier: SpaceClaim aanpassen > Opties magneetmodus

Opties magneetmodus

 

U kunt de magneetmodusopties instellen voor schetsen en het bewerken van vaste vormen. Eenheden voor de magneetmodus stelt u in met Eenheidopties voor alle nieuwe documenten.

Opties voor magneetmodus aanpassen

  1. Selecteer SpaceClaim Opties in het menu Bestand om het SpaceClaim Optievenster weer te geven.

  2. Klik op Magneetmodus in het navigatiedeelvenster links.

  3. Wijzig de opties op de pagina.

  4. Klik op OK om al uw wijzigingen op te slaan en sluit het venster.

Als u probeert een waarde in te voeren die buiten het toegestane bereik ligt in het deelvenster Opties of het SpaceClaim dialoogvenster Opties, ziet u een rood uitroepteken naast het veld. U kunt met de muis op het symbool gaan staan voor de weergave van een tooltip waarin de geldige waarden voor de optie worden uitgelegd.

Stapopties voor schetsen op het schetsraster

  1. Activeer Springen in hoek om naar objecten te springen tijdens het schetsen.

  2. Voer de hoekstapwaarde waarmee u wilt springen als u de optie Springen in hoek selecteert in de tools Selecteren, VerplaatsenClosed en Schetsen.

Springen naar objecten tijdens schetsen op het schetsraster inschakelen

  1. Activeer Magneetmodus in schetsen om naar objecten te springen tijdens het schetsen.

    Terwijl u schetst worden objecten waar u naartoe kunt springen, gemarkeerd. De punten waarnaar de schetstools springen, verschijnen als meldingen in de statusbalk.

  2. Activeer het vakje naast elk item in de lijst om te bepalen naar welke objecten u kunt springen tijdens het schetsen:

Incrementopties instellen voor het bewerken van vaste vormen

  1. Activeer Lineaire magneetmodus om de springposities tot lineaire incrementen te beperken en de lineaire interval voor toolbewegingen in het incrementgebied vast te leggen.

    Als u bijvoorbeeld de Lineaire increment instelt op 1 mm, trekt u in hele millimeters en niet in fracties van millimeters.

  2. Activeer Springen in hoek om de springposities te beperken tot lineaire hoekincrementen en de hoekinterval voor toolbewegingen in het bereik vast te leggen.

    Als u bijvoorbeeld het Hoekincrement op 5 graden instelt, beweegt u in grotere stappen dan bij een instelling op 1 graden.

Magneetmodusopties instellen voor het bewerken van vaste vormen

  1. Activeer Springen op vaste vormen met de Shift-toets om bij het gebruik van een willekeurige tool te springen als u de Shift-toets ingedrukt houdt.

  2. Selecteer het keuzevakje naast elke situatie of elk object in de lijst om te bepalen wanneer een tool springt (magneetmodus) bij het bewerken van vaste vormen:

Verschuifopties instellen

Met verschuiven kunt u met pijltoetsen afmetingwaarden incrementeel wijzigen.

Afhankelijk van welke tool u gebruikt, is er één dimensie of twee.

De actieve dimensie wordt beschouwd als de primaire dimensie en de inactieve is de secundaire. Met de Tab-toets kunt u de actieve dimensie wijzigen.

In de primaire dimensie kunt u de waarden verhogen met de pijltoets omhoog en verlaten met de pijltoets omlaag.

Verhoog de secundaire dimensiewaarde met de pijltoets rechts en verlaag deze met de pijltoets links.

U kunt drie schuifincrementen instellen:

Voorbeelden

Springen op het middelpunt van een lijn

 

 

Een vaste vorm bewerken met springen in hoek ingesteld op 15 graden

 

Springen naar een bestaande diameter


© Copyright 2015 SpaceClaim Corporation. Alle rechten voorbehouden.