SpaceClaim Online Help

Laspunten

De puntlas-tool maakt punten op twee zijden die laspunten vertegenwoordigen. Elk laspunt bestaat uit twee punten: een op elke zijde die moet worden gelast. Elk punt moet op een zijde of rand liggen. Voor export naar ANSYS moet elk punt liggen op een andere vaste vorm of oppervlakdeel.

Als er laspunten worden aangetroffen op een ander object, dan omvat de set geen punten met paren binnen hetzelfde object, zoals hieronder weergegeven. Laspunten in een set met paren zijn blauw en laspunten zonder paren zijn grijs.

Puntlassen worden bijgewerkt met wijzigingen aan de geleidende randen of basiszijden.

• Als een geleidende rand verdwijnt, worden de punten die erlangs zijn gemaakt verwijderd.

• Als een koppelzijde buiten het zoekbereik van het laspunt wordt verplaatst, verdwijnen de paren van die koppelzijde.

• Als de koppelzijde terug in het bereik komt, verschijnen de puntparen opnieuw.

• Als er niet voor alle punten op de basiszijde paren kunnen worden aangetroffen, wordt het laspunt in de boomstructuur gemarkeerd met een foutpictogram dat laat zien dat het niet langer geldig is.

BematingenWaarden of expressies die u invoert voor nauwkeurige controle tijdens het aanmaken of wijzigen van een ontwerp. U kunt elk element bemeten, van lijnen in schetsen tot zijden van vaste vormen. Raadpleeg Ordinaatbematingen, Progressieve bematingen, Liniaalbemating. voor laspuntpatronen worden weergegeven in het venster Ontwerp2D- of 3D-model dat minimaal één component van het bovenste niveau bevat.. Deze bematingen zien er hetzelfde uit als de bematingen voor andere patronen.

Exporteren naar ANSYS

Puntlassen die voor het ontwerp zijn gedefinieerd kunnen naar ANSYS worden geëxporteerd. ANSYS Design Modeler en ANSYS Workbench herkennen de laspunten met de volgende beperkingen:

• Alleen punten met paren kunnen voor simulatie worden gebruikt.

• U kunt laspunten plaatsen tussen uit meerdere objecten bestaande delen als de twee objecten behoren tot verschillende delen. Laspunten die tussen objecten in hetzelfde deel worden gedefinieerd, worden niet naar simulatie overgedragen.

• U kunt naadlassen bij benadering definiëren door laspunten te plaatsen op de geleidende rand met een offset van nul als er geen koppelende zijde wordt gevonden aan een van beide kanten van de basiszijde.

• SpaceClaim ondersteunt puntlassen van meer dan twee laspunten (meer dan twee componenten worden aaneengelast op één locatie), maar Simulatie ondersteunt dit niet; Simulatie negeert alle laspunten nadat de eerste twee zijn voorzien.

  Als een puntlasverbinding in SpaceClaim een puntlas bevat met meer dan twee laspunten, dan wordt een keten van laspuntparen overgedragen naar Simulatie als afzonderlijke puntlassen en elke puntlas met twee punten wordt afzonderlijk vermeld in de node Connections (verbindingen). Bijvoorbeeld: als een enkele SpaceClaim puntlas delen A-B-C-D verbindt, wordt dit overgedragen als drie afzonderlijke puntlassen: A-B, B-C en C-D.

Laspunten definiëren

1. Klik op Spot Weld (puntlas) in de groep Analysis (Analyse) in het tabblad Prepare (Voorbereiden).

2. Selecteer de basiszijde.

   Dit is/zijn de zijde(n) waarop de laspunten worden gedefinieerd. U dient een enkele zijde of een keten van raakzijden te selecteren.

3. Klik op de toolguide Geleidende randen selecteren en selecteer een rand.

   Dit is de rand waarlangs de laspunten zullen worden gedefinieerd. De tool zoekt in de volgende richtingen naar overeenkomende randen:

   1. Het oppervlak normaal.

   2. De tegenoverliggende richting van het oppervlak normaal.

   3. Als er geen match wordt gevonden voor a of b, dan wordt er gezocht in de richting die loodrecht staat op zowel het oppervlak normaal als het raakpunt van de rand.

   U kunt Ctrl ingedrukt houden en dubbelklikken om een keten van randen te selecteren.

4. (Optioneel) Als u een andere koppelende zijde wilt definiëren, klikt u op de toolguide Koppelende zijden selecteren om een koppelende zijde te selecteren.

   U kunt meer dan één zijde selecteren. Als u klikt op een koppelende zijde, worden alle eerder geselecteerde zijden verwijderd. Als u Ctrl ingedrukt houdt, wordt er een zijde toegevoegd.

5. Stel de volgende opties in:

   • OffsetAfstand van een rand, segment of curve wordt verplaatst of gekopieerd. starten: De afstand van de laspunten vanaf het begin van de geleidende rand.

   • Rand3D-object gemaakt uit een enkele buitenste grens van een functie. Een lijn geschetst in 2D wordt een rand als u uw schets in 3D trekt.-offset: De afstand van de laspunten vanaf de geleidende rand.

   • Eindpunt-offset: De afstand van de laspunten vanaf het eind van de geleidende rand.

   • Aantal punten: Het aantal te definiëren laspunten voor iedere randketen.

   • Verhoging: De afstand tussen laspunten.

     U kunt het aantal punten of de verhoging instellen. De laatst ingevoerde waarde zal worden gebruikt. Bijvoorbeeld, als u het aantal punten wijzigt, zal de verhoging automatisch worden bijgewerkt. Als u vervolgens de verhoging wijzigt, zal ook het aantal punten wijzigen.

   • Zoekbereik: De afstand om te zoeken naar koppelende zijden vanaf de geleidende rand.

6. Klik op de tool Puntlas maken om de puntlassen te definiëren.

Koppelende zijden opnieuw detecteren

1. Rechtsklik op een zijde met puntlassen.

2. Selecteer Koppelende zijden opnieuw detecteren.

   Puntlassen worden op alle nieuwe zijden in de buurt geplaatst.

Toolguides

De volgende toolguides helpen u stapsgewijs door de procedure heen:

Opties

De volgende opties zijn beschikbaar in het deelvenster Opties:

Voorbeeld

Puntlassen die meerdere nabijgelegen gelaste delen kruisen