SpaceClaim Online Help

Dragers

Een drager is een lang, dun object met een gelijkblijvende dwarsdoorsnede. Door objecten als dragers te definiëren, en ze niet te modelleren als vast-vormgeometrie, wordt het model en de analyse eenvoudiger.

Een drager creëren

1. Objecten creëren om het dragerpad te definiëren

   U kunt één of meer van de volgende methoden gebruiken in hetzelfde ontwerp:

   • Curves schetsen: Gebruik willekeurige SpaceClaim schetstools om rechte of gebogen segmenten te maken en dan dragerprofielen daaraan toe te kennen. Deze schets-curvedragers kunnen vervolgens worden bewerkt net als elke curve in SpaceClaim met de tools VerplaatsenEen tool die gebruikt wordt om geometrie om te zetten of te draaien., TrekkenEen tool die gebruikt wordt om de geometrie te verstoren of te vervormen. Gebruik de tool Trekken voor het offsetten, extruderen, sweepen, schetsen en vermengen van zijden, of om randen af te ronden, af te schuinen of te extruderen. Bij het omzetten van een schets naar 3D, maakt het trekken van een lijn een oppervlak en het trekken van een oppervlak maakt een vaste vorm., Selecteren, SchaalVaste vorm of oppervlak: wijzig het formaat van het geselecteerde object met gebruik van de tool Trekken. U kunt dynamisch verschalen of door en verschalingswaarde in te voeren. Tekenblad of dwarsdoorsnede-aanzichten: vergoot of verklein het aanzicht door een Aanzicht in de boomstructuur te selecteren en het deelvenster Eigenschappen te bewerken., Buigen, Uitbreiden en BijsnijdenVerberg alle geometrie in een ontwerp boven of onder het raster of geselecteerde vlak.. Dit is een directe, eenvoudige manier om dragerstructuren te creëren.

   • Randen van een vaste vorm of een oppervlak: Gebruik deze methode voor vaste-vormgeometrieën waarnaar de links van de dragers moeten verwijzen Om een eenvoudige rechthoekige kooi van dragers te maken, schetst u een rechthoek, trekt deze in 3D en kent dragers toe aan alle randen. Als u de vaste vorm wijzigt, worden de dragers dynamisch aangepast aan de locatie en lengte van de randen. Voor complexe geometriewijzigingen die gepaard gaan met verandering van de dragerconstructie kunt u elk van de modelleringstools van SpaceClaim gebruiken.

     Dragers worden bijv. toegekend aan de randen van het rechthoekige deel hieronder en vervolgens worden de randen gebogen. De dragers worden automatisch aangepast als de vaste vorm wordt gewijzigd.

     

   • Twee punten of middelpunten in een model: U kunt twee willekeurige punten in een model gebruiken om een recht dragersegment te definiëren. Met vlakken kunnen "niveaus" of extra locaties worden gecreëerd om dragers er naartoe of er vandaan te definiëren. Dragers kunnen op een snijpunt van willekeurige vlakken en randen worden gemaakt. Als een definiërend vlak wordt verplaatst, worden de locaties van de geassocieerde dragers dynamisch bijgewerkt. U kunt met deze methode complexe toren- en spantconstructies creëren en de constructies kunnen eenvoudig worden aangepast aan onvoorziene ontwerpwijzigingen.

     In het onderstaande voorbeeld is één uiteinde van elke diagonale drager gecreëerd daar waar vlak en vaste vorm elkaar snijden. De dragers veranderen als het vlak wordt verplaatst.

     

2. Klik op Profielen in de groep Dragers op het tabblad Voorbereiden.

   Met deze tool kunt u een profiel aan uw constructie toevoegen.

3. Selecteer een profiel in de bibliotheek of klik op Meer profielen om een profiel te laden dat als SCDOC-bestandBestandsformaat voor SpaceClaim-bestanden (.scdoc). Bestanden voldoen aan de Microsoft Open Packaging Convention, die ook wordt gebruikt door Microsoft Office 2007. Deze bestanden zijn eigenlijk zip-archieven met een speciale structuur, waarvan de inhoud voornamelijk XML-gegevens zijn. is opgeslagen.

   Zie Dragerprofielen wijzigen.

   Meer dan één drager kan verwijzen naar hetzelfde profiel zodat de eigenschappen van alle dragers die dat profiel gebruiken, veranderen als u het profiel bewerkt.

    

4. Klik op Creëren in de groep Dragers op het tabblad Voorbereiden.

   De tool Creëren is ingeschakeld als u een profiel selecteert waardoor het profiel aan uw ontwerpdocument wordt toegevoegd. Met deze tool kunt u een dragerpad creëren.

5. Selecteer randen of punten om het pad te definiëren:

   • Klik op de toolguide Puntketen selecteren en selecteer dan een rand of curve en klik op een serie punten om een pad re creëren.
   • Klik op de toolguide Puntparen selecteren en selecteer een begin- en eindpunt voor het pad.

     U kunt snijpunten en middelpunten op randen en andere dragers gebruiken. Klik op de kleine driehoeken op de einden en middelpunt als de muis op een rand of drager staat.

   Zie Drager creëren.

Er wordt een map Dragers gemaakt voor de dragers en een map Dragerprofielen voor de profielen in de boomstructuur:

De profielnaam wordt weergegeven in haakjes achter de dragernaam in de boomstructuur.

Dragers uit vaste vormen extraheren

Als u al een drager heeft gemodelleerd, kunt u deze converteren naar een dragerobject. Zie Drager extraheren uit een vaste vorm.

Dragers en ANSYS

Als u een ontwerp met dragers naar ANSYS verzendt, wordt het volgende voor elk dragerobject verzonden:

• ProfielLijn in de ruimte, omtrek van een object; wordt gebruikt om objecten te beschrijven bij het sweepen of vermengen. en pad

• Dragereigenschappen

• Profieleigenschappen

• Materiaaleigenschappen

U kunt groepen importeren van een dragerprofiel naar uw ontwerpdocument waardoor ze beschikbaar zijn om in ANSYS wijzigingen door te voeren. De groepsnamen zijn gebaseerd op de profielnamen, zoals <profile name>_<group name>.

Dragers en gedeelde topologie

Dragers kunnen topologie delen met oppervlakken als

• Het eindpunt van de drager ligt op het oppervlak:

  

• Het pad van de drager ligt in het oppervlak.

• De drager snijdt op een punt een oppervlak.

De dragers en oppervlakken moeten in hetzelfde component liggen, de component moet instelling Delen hebben en de gemengde importoptie in Workbench moet zijn ingesteld op lijnen en oppervlakken. Zie Gedeelde topologie in ANSYS voor meer informatie over gedeelde topologie.

Markering dragers

De volgende tabel toont hoe dragers, schetslijnen en randen eruitzien als ze zijn gemarkeerd en geselecteerd:

ObjectAlles dat door de tools wordt herkend. 3D-objecten omvatten hoekpunten, randen, zijden, oppervlakken, vaste vormen, lay-outs, vlakken, assen en oorsprongen. 2D-objecten omvatten punten en lijnen.	Gemarkeerd	Geselecteerd	Geselecteerd en gemarkeerd
Drager
Schets
Rand3D-object gemaakt uit een enkele buitenste grens van een functie. Een lijn geschetst in 2D wordt een rand als u uw schets in 3D trekt.