SpaceClaim Online Help |
![]() |
U kunt de rand van een vaste vorm extruderen door de optie Rand extruderen van de tool Trekken
te selecteren. U kunt ook oppervlakranden verlengen en extruderen.
Klik op iTrekken
in de groep Bewerken op het tabblad Ontwerp
. De toolguide Selecteren aan de rechterkant van het venster Ontwerp
dient actief te zijn.
Selecteer de rand of de randen die u wilt extruderen.
Ctrl+klik om meerdere randen te selecteren. Dubbelklik om een keten met raakpunten te selecteren.
Selecteer de optie Rand extruderen
in het venster Opties of vanuit de mini-werkbalk.
De Trek-pijl wijzigt om de twee richting weer te geven, waarin u de rand kunt extruderen. Eén pijl is gemarkeerd om de primaire richting weer te geven.
Als de pijl, die wijst naar de richting waarin wilt trekken, niet is gemarkeerd, klik op de pijl of druk op Tab om de richting te wijzigen.
Klik en sleep de rand in de richting van de Trek-pijl.
Om de extrusie te bemeten, klikt u met de rechtermuisknop en voert u een afstand in de mini-werkbalk in, of typt u de afstand terwijl u trekt en drukt u op Enter.
Druk op Ctrl om de randen te kopiëren.
Druk op Ctrl+C en vervolgens op Ctrl+V om snel een geselecteerde set randen op hun plaats te kopiëren en plakken.
U kunt op de toolguide Naar klikken en op een zijde, rand of punt klikken om hiernaar te trekken. Als de zijde niet kruist met de rand waaraan u trekt, wordt de rand parallel aan de zijde getrokken. Als u de rand van een oppervlak naar een ander object trekt, wordt het resultaat automatisch versterkt als het een gesloten volume maakt.
De volgende opties zijn beschikbaar in de tool Trekken. Als u de rand of de zijde selecteert die u wilt trekken, selecteert u deze opties vanuit het deelvenster Opties of klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u deze vanuit de mini-werkbalk
|
Selecteer de optie Toevoegen om alleen materiaal toe te voegen. Als u in een 'negatieve' richting trekt, verandert er niets. U kunt deze optie combineren met andere Trekopties. |
|
Selecteer de optie Knippen om alleen materiaal te verwijderen. Als u in een 'positieve' richting trekt, verandert er niets. U kunt deze optie combineren met andere Trekopties. |
|
Trekt zonder samen te voegen in andere objecten, zelfs als het getrokken object kruist met een bestaand object. |
|
Selecteer een enkele, losgekoppelde rand, bedrukte rand of oppervlak, klik vervolgens op deze optie om beide zijden van de rand of het oppervlak in één keer te trekken. |
|
Selecteer deze optie, klik vervolgens om een liniaal te verbinden, geörienteerd langs de trekas om een rand of zijde te verankeren. U kunt de liniaal gebruiken om het trekken te bemeten. De richting moet zijn opgegeven om op succesvolle wijze een liniaalafmeting te maken. Druk op Esc om de liniaalafmeting te annuleren. |
|
Trekt het element zo dat het overeenkomt met het oppervlak van het geselecteerde lichaam of wordt naar een vlak door de selectie getrokken. U kunt deze optie vinden in de mini-werkbalk en het is hetzelfde als de toolguide Naar. |
|
Als u een rand trekt, selecteert deze optie om de rand in een oppervlak te extruderen. |
|
Als u een rand trekt, selecteer deze optie om een kopie van de rand te maken. |
|
Als u een rand trekt, selecteer deze optie om de rand te draaien langs de geselecteerde Trek-pijl. |
© Copyright 2015 SpaceClaim Corporation. Alle rechten voorbehouden.