SpaceClaim Online Help |
![]() |
U kunt met Alt+Ctrl+klikken meerdere paden selecteren om langs te sweepen. Het eerst aangeklikte pad is het originele pad (aangeduid met O) en het tweede pad wordt aangeduid met X. Als u de optie Loodlijn op pad selecteert, wordt de sweep langs het originele pad geleid. Tijdens de sweep kunt u in beide richting trekken zodat de sweep alleen in die richting gaat.
Sweeps kunnen de schetselementen (of randen) variëren langs het sweeppad. De paden kunnen worden beschouwd als geleidelijnen waarop de profielen continu veranderen alsof ze in modus Schetsen zijn gesleept. Aanraking en andere beperkingen worden gehandhaafd.
Als u sweept met meer dan twee paden en Secties schalen is uitgeschakeld, dan volgen de profiellijnen en curves de paden afzonderlijk en de beperkingen blijven gehandhaafd. Zie als voorbeeld de onderstaande afbeelding.
U kunt een reeks van rakende randen gebruiken als geleidelijn voor de sweep.
De lengte van een sweep wordt beperkt door het kortste pad. Als het profiel dat wordt gesweept op enig punt langs het pad snijdt, kunt u in beide richtingen trekken om alleen in die richtingen te sweepen. U kunt ook Volledig trekken voor een tweerichtingsweep die het hele pad omvat.
De voorbeeldweergave van sweep bevat de volgende elementen:
In een sweep met twee geleidelijnen heeft elk doorsnedevlak dat loodrecht op het oorspronkelijke pad verloopt, een doorsnedeprofiel met de volgende kenmerken: Het is uitgelijnd op de vector die door de vector O-X op het desbetreffende vlak wordt gedefinieerd, de schalering wordt bepaald door de lengte van de vector O-X en het is beperkt door de uitbreiding van het kortste pad. Als er twee of meer paden zijn en de spline die ze verbindt (als profiel) raakt aan de oppervlakken die de randen van de paden bevatten, dan worden niet alleen de schaal en de uitlijning van de spline bepaald door de O-X-vector, maar ook de vervorming zodat het profiel bij alle punten langs de paden blijft raken aan de aangrenzende oppervlakken. Het profiel hoeft de paden niet te raken, maar het profielvlak moet de paden snijden.
U kunt ook sweepen met twee gesloten paden:
Als het profiel bestaat uit lijnen en cirkels, dan bepalen de geleidecurves de vorm van het profiel op dezelfde wijze dat een schets wordt bepaald door slepen met de muis. In het bijzonder bestaan er drie beperkingen: een lijn of cirkel die een geleidecurve raakt, behoudt de verbinding tijdens de sweep, een cirkel met een geleidecurve in het middelpunt blijft gecentreerd op die geleidecurve tijdens de sweep en alle rakende delen van het profiel blijven eraan raken. Als het profiel splines bevat, dan worden lijnen of splines bevestigd aan een geleidecurve vervormd zodat ze bevestigd blijven tijdens de sweep. In dit geval kunnen aangrenzende zijden die raken aan het profiel met Alt worden geselecteerd om aan te duiden dat het profiel rakend aan de aangrenzende zijde moet blijven tijdens de sweep.
Tijdens het sweepen kunnen dwarsdoorsneden als voorbeeldweergave worden getoond langs de paden (zie bovenstaande afbeelding). De weergave van de dwarsdoorsneden kan met de geavanceerde SpaceClaim optieAnimatie volledig trekken worden gestuurd.
Als een sweeppad wordt geselecteerd dat de rand van een oppervlak is, en het gesweepte object raakt aan dat oppervlak, wordt de oorspronkelijke aanraking tijdens de hele sweep gehandhaafd (zie onderstaande afbeelding).
Als u een profiel langs een pad sweept met een as als secundair pad, wordt de loodlijn van het profiel gehandhaafd terwijl de oriëntatie van het profiel wijzigt terwijl het om de as wordt geroteerd.
© Copyright 2015 SpaceClaim Corporation. Alle rechten voorbehouden.