SpaceClaim Online Help |
![]() |
Het deelvenster Eigenschappen bevindt zich links in de SpaceClaim-interface, onder de boomstructuur en het deelvenster Opties. Als u een volledige component, een volledig oppervlak of een volledige vaste vorm selecteert door hierop in het venster Ontwerp driemaal te klikken of door deze in de boomstructuur te selecteren, krijgt u de bijbehorende eigenschappen te zien in het deelvenster Eigenschappen. U kunt het deelvenster Eigenschappen gebruiken om de waarden van verschillende eigenschappen te wijzigen, zoals Kleur, om de kleur van een geselecteerde zijde of geselecteerd object in te stellen of om andere eigenschappen te wijzigen.
Behalve componenten, oppervlakken en vaste vormen kunt u ook de waarden van eigenschappen wijzigen voor geschetste objecten, ingevoegde afbeeldingen, patronen en plaatmetaal. De instellingen voor eigenschappen voor deze objecten worden gedetailleerd beschreven bij de bijbehorende specifieke onderwerpen.
Het kan handig zijn om het deelvenster Eigenschappen te configureren zodat u de objecteigenschappen en het deelvenster Structuur tegelijkertijd ziet.
Selecteer een object in de boomstructuur of rechtsklik op het object in het venster Ontwerp en selecteer Eigenschappen.
De waarden van eigenschappen bewerken.
Zie Gedeelde topologie in ANSYS voor meer informatie.
Selecteer in de boomstructuur het ontwerp of een component op het hoogste niveau.
Door Ctrl ingedrukt te houden kunt u meerdere componenten selecteren.
Vouw in het deelvenster Eigenschappen de documenteigenschappen uit om de volgende informatie weer te geven
Weergavenaam: Als u wilt dat er een andere naam dan die van het bestand wordt gegeven.
Documentpad: Pad naar het bestand op schijf.
Vergrendeld: Stel deze in op waar als u wilt voorkomen dat het model wordt gewijzigd.
Gebruik bestandsnaam: Stel deze in op Waar als u de bestandsnaam voor de component op het hoogste niveau in de boomstructuur wilt weergeven. Stel deze in op Onwaar als u de weergavenaam wilt gebruiken.
Voer in het gedeelte Bestand van het deelvenster Eigenschappen extra informatie in zoals Gemaakt door, Beschrijving, Titel en Versie.
Deze eigenschappen kunnen in stuklijsttabellen worden opgenomen.
Selecteer in de boomstructuur het ontwerp of een component op het hoogste niveau. U kunt meerdere componenten selecteren.
Rechtsklik in het deelvenster Eigenschappen en selecteer Documenteigenschap toevoegen om een aangepaste eigenschap te maken.
Vouw de eigenschap uit om de waarde weer te geven.
Voer een naam in voor de eigenschap, selecteer het bijbehorende type (datum, Booleaans, getal of reeks) en voer de bijbehorende waarde in.
Wis een aangepaste eigenschap door in het deelvenster Eigenschappen rechts te klikken op de eigenschap en Documenteigenschap verwijderen te selecteren.
Selecteer een component in de boomstructuur.
Rechtsklik in het deelvenster Eigenschappen en selecteer Componenteigenschap toevoegen om een aangepaste eigenschap te maken.
Vouw de eigenschap uit om de waarde weer te geven.
Voer een naam in voor de eigenschap, selecteer het bijbehorende type (datum, Booleaans, getal of reeks) en voer de bijbehorende waarde in.
Aangepaste componenteigenschappen kunnen worden gebruikt in stuklijsten en notitievelden. Wis een aangepaste eigenschap door in het deelvenster Eigenschappen rechts te klikken op de eigenschap en Componenteigenschap verwijderen te selecteren.
U kunt de diameter voor een materiaal dat wordt gebruikt in een plaatmetaaldeel instellen. Door een diameter toe te wijzen kunt u de dikte van een plaatmetaaldeel nauwkeuriger worden ingesteld. De diameter is de dikte van het metaal, uitgedrukt in een getal: hoe lager het getal, des te dunner het metaal. De vervolgkeuzelijst met diameters wordt alleen weergegeven als er aan een plaatmetaalontwerp of een component van een ontwerp een materiaal is toegewezen. U kunt geen diameter voor ontwerpen of componenten instellen waaraan de optie “Onbekend materiaal” is toegewezen.
Om een materiaal toe te wijzen vanuit de boomstructuur, selecteert u het ontwerp op het hoogste niveau of de component waaraan u een materiaal wilt toewijzen. Klik vervolgens om de vervolgkeuzelijst Naam materiaal in de groep Materiaal in het deelvenster Eigenschappen. Klik in de groep Dikte in het deelvenster Eigenschappen op de vervolgkeuzelijst voor diameters en selecteer een diameter.
U kunt op verschillende manieren materiaaleigenschappen voor een component opgeven:
Om een materiaal van een component te verwijderen, selecteert u in de Lokale bibliotheek Onbekend materiaal.
U kunt de waarde voor Dichtheid alleen wijzigen voor materiaaleigenschappen. Alle overige waarden worden bepaald door het door u geselecteerde materiaal.
In het tabblad Lokale materialen kunt u ook de volgende handelingen verrichten:
Rondingen en afschuiningen die zijn gemaakt in SpaceClaim worden automatisch herkend, maar ze worden mogelijk niet op geïmporteerde modellen herkend.
Selecteer een ronde of afgeschuinde zijde.
Wijzig de eigenschap Ronding of Afschuining naar Waar.
In het deelvenster Eigenschappen kunt u eigenschappen van de tekenbladweergaven en andere aspecten van tekenbladen, zoals annotaties, Stuklijst, tabellen en schroefdraden wijzigen.
© Copyright 2015 SpaceClaim Corporation. Alle rechten voorbehouden.