SpaceClaim Online Help

DeSpaceClaim interface

SpaceClaim's grafische gebruikersinterface (GUI) is ontworpen conform (in zoverre mogelijk) de normen voor Microsoft Vista en bevat werkbalken, knoppen en vensters die overeenkomen met een grafische toepassing conform Vista. Als resultaat worden alleen de functies van de GUI, die zijn gerelateerd aan het uitvoeren van SpaceClaim -specifieke taken, uitgelegd in deze handleiding. Wij nemen bijvoorbeeld aan dat u bekend bent met de standaard Windows-conventies, zoals het verslepen van een titelvalk van een venster om het venster te verplaatsen of het klikken op de sluitknop om het venster te sluiten.

Om gebruik te kunnen maken van alle SpaceClaim-functies, raden wij aan om SpaceClaim te gebruiken met een muis met scroll-wieltje of met een 3D Connexion SpaceBall of SpaceNavigator. SpaceClaim kan echter ook volledig gebruikt worden met het touch-pad van een laptop en geïntegreerde muisknoppen. U kunt de

Deze afbeelding toont de belangrijkste interface-elementen in de SpaceClaim-toepassing:

• Bestandsmenu: bevat bestandsgerelateerde opdrachten en opties om SpaceClaim aan te passen.

• Werkbalk voor Snelle toegang: kan worden aangepast, zodat het de bestandsgerelateerde sneltoetsen bevat, die u het meest gebruikt.

• Lint: bevat alle tools en modi die u nodig heeft om te ontwerpen, detailleren en modellen, tekenbladen en 3D-markeringen weer te geven.

• Actieve tool: de actieve tool wordt in oranje gemarkeerd.

• Venster OntwerpGebied in de gebruikersinterface dat uw model of assembly weergeeft. Ook wel bekend als werkgebied,:geeft uw model weer. Als u zich in de schets- of sectiemodi bevindt, bevat het ook het schetsraster om het 2D-vlak weer te geven waarop u werkt. De toolguides voor de geselecteerde tol verschijnen aan de rechterkant van het venster Ontwerp2D- of 3D-model dat minimaal één component van het bovenste niveau bevat.. De cursor wijzigt ook om de geselecteerde toolguide aan te geven. De mini-werkbalk plaatst veelgebruikte opties en acties dichterbij de cursor.

• Mini-werkbalkSet van tool-specifieke opties, die verschijnt als u met de rechtermuisknop in het venster Ontwerp klikt. U kunt de opties ook openen in het deelvenster Opties.: bevat regelmatig gebruikte opties voor de huidige tool.

• ToolguidesFuncties die specifiek zijn voor de geselecteerde tool.: helpen u om de tool te gebruiken en wijzigen de manier waarop de tool zich gedraagt.

• Statusbalk: de statusbalk geeft berichten en voortgangsinformatie weer over uw acties in het huidige ontwerp.

Deelvensters

De deelvensters verschijnen in het begin aan de linkerkant van het toepassingsvenster. U kunt deze deelvensters vastmaken en ontkoppelen.

• DeelvensterSecties van de gebruikersinterface die initieel verschijnen langs de linkerzijde van het toepassingsvenster en omvatten: deelvenster Structuur, deelvenster Lagen, deelvenster Selectie, deelvenster Groepen, deelvenster Opties en deelvenster Eigenschappen. U kunt deze deelvensters vastmaken en ontkoppelen. Structuur: bevat de boomstructuur, waarin alle objecten in uw ontwerp worden weergegeven. U kunt een object snel weergeven of verbergen met gebruik van het selectievakje naast de naam van het object. U kunt de knooppunten van de boom uitklappen of inklappen, objecten hernoemen, aanmaken, wijzigen, vervangen en objecten verwijderen, alsook werken met componenten.

• DeelvensterSecties van de gebruikersinterface die initieel verschijnen langs de linkerzijde van het toepassingsvenster en omvatten: deelvenster Structuur, deelvenster Lagen, deelvenster Selectie, deelvenster Groepen, deelvenster Opties en deelvenster Eigenschappen. U kunt deze deelvensters vastmaken en ontkoppelen. Lagen: met het deelvenster Lagen kunt u objecten groeperen en hun visuele eigenschappen instellen, zoals zichtbaarheid en kleur.

• DeelvensterSecties van de gebruikersinterface die initieel verschijnen langs de linkerzijde van het toepassingsvenster en omvatten: deelvenster Structuur, deelvenster Lagen, deelvenster Selectie, deelvenster Groepen, deelvenster Opties en deelvenster Eigenschappen. U kunt deze deelvensters vastmaken en ontkoppelen. Selectie: met het deelvenster Selectie kunt u andere objecten selecteren, die gerelateerd zijn aan het huidige geselecteerde object.

• DeelvensterSecties van de gebruikersinterface die initieel verschijnen langs de linkerzijde van het toepassingsvenster en omvatten: deelvenster Structuur, deelvenster Lagen, deelvenster Selectie, deelvenster Groepen, deelvenster Opties en deelvenster Eigenschappen. U kunt deze deelvensters vastmaken en ontkoppelen. GroepenSets van objecten die verschijnen in het tabblad Groepen. U kunt een groep maken vanuit een set geselecteerde objecten. Informatie zoals Selectie, Alt ingedrukt houden + selecteren, verankering verplaatsen, as, en liniaalbemating is allemaal opgeslagen binnen de groep.: het deelvenster Groepen slaat groepen van geselecteerde objecten op. Selectie, Alt+Selectie en verankering verplaatsen, de as en informatie over de liniaalafmeting wordt allemaal in de groep opgeslagen.

• DeelvensterSecties van de gebruikersinterface die initieel verschijnen langs de linkerzijde van het toepassingsvenster en omvatten: deelvenster Structuur, deelvenster Lagen, deelvenster Selectie, deelvenster Groepen, deelvenster Opties en deelvenster Eigenschappen. U kunt deze deelvensters vastmaken en ontkoppelen. Aanzichten: het deelvenster Aanzichten slaat standaard en aangepaste aanzichten op en laat u sneltoetsen toewijzen aan aangepaste aanzichten.

• Deelvenster OptiesGebied van de gebruikersinterface, waarmee u specifieke functies van tools kunt wijzigen.: met het deelvenster Opties kunt u de functies van de SpaceClaim-tools wijzigen. Bijvoorbeeld, als u de tol TrekkenEen tool die gebruikt wordt om de geometrie te verstoren of te vervormen. Gebruik de tool Trekken voor het offsetten, extruderen, sweepen, schetsen en vermengen van zijden, of om randen af te ronden, af te schuinen of te extruderen. Bij het omzetten van een schets naar 3D, maakt het trekken van een lijn een oppervlak en het trekken van een oppervlak maakt een vaste vorm. gebruikt, maakt het selecteren van een rand en het vervolgens selecteren van de optie Rand3D-object gemaakt uit een enkele buitenste grens van een functie. Een lijn geschetst in 2D wordt een rand als u uw schets in 3D trekt. afschuinen, een afschuining in plaats van een afronding als u aan de rand trekt.

• Deelvenster EigenschappenGebied van de gebruikersinterface, dat bewerkbare details over de geselecteerde objecten weergeeft. Dit deelvenster wordt initieel weergegeven aan de linker onderkant van het scherm, maar kan worden verplaatst.: het deelvenster Eigenschappen geeft details weer over het geselecteerde object. U kunt de eigenschapswaarden wijzigen om het object te wijzigen.

Aanpassen van de achtergrondafbeelding van het lint

U kunt de achtergrondafbeelding van het lint overschrijven met de volgende opties voor de opdrachtregel:

• /RibbonImage=<bestandsnaam>

• /RibbonImageLocation=(Links|Midden|Rechts)

Bijvoorbeeld:

SpaceClaim.exe/RibbonImage=c:\temp\img.png /RibbonImageLocation=Links

De afbeelding moet 52 pixels in hoogte zijn. De breedte mag variëren en u kunt hiermee experimenteren.