SpaceClaim Online Help
U bent hier: Ontwerpen > Schetsen

Schetsen

 

Schetsen is nuttig als u een gebied wilt maken dat in 3D kan worden getrokken. Als u een 2D lay-out wilt maken en het niet nodig is om van de lijnen in de lay-out 3D objecten te maken dient u een lay-out te maken.

Gebruik de schetstools om vormen in 2D te schetsen. Als u de schets afsluit, worden gebieden gevormd door snijdende lijnen. Deze gebieden worden vaste vormen en lijnen worden randen als u de schets in 3D trekt met de tool TrekkenClosed. Ook na omzetting naar 3D, kan een gebied worden terug geconverteerd naar de geschetste lijnen om verder te bewerken zolang enig restant van de lijnen niet is gebruikt in 3D.

 

 

Geef eerst het schetsraster weer om de Schetstools te gebruiken voor schetsen in 2D. Als u een vlak oppervlak heeft gemarkeerd en drukt op een schetstool-shortcut (zoals L voor de tool LijnClosed) kunt u met de muis over vlakke oppervlakken in het ontwerp bewegen om oppervlakken te markeren voor het schetsraster. (Druk op Esc terwijl u in deze modus bent om terug te keren naar de tool Selecteren in de 3D modus.) U kunt de eenheden en de afstand van het raster wijzigen en wij adviseren om de scène onder raster vervagen om de zichtbaarheid van uw schets te verbeteren.

U kunt het basispunt van de basisafmeting vergrendelen als u meerdere objecten schetst. Door vergrendelen van een basispunt kunt u de afmetingen van een object vastleggen t.o.v. dat punt of de afmetingen van een object vastleggen t.o.v. enig object dat u eerder heeft geschetst. Tijdens het schetsen kunt u coördinaten voor elk volgende punt met betrekking tot het vorige punt invoeren.

Tijdens het schetsen kan het nodig zijn om uw ontwerp te oriënteren. Als u de tools DraaienClosed, Pan of Zoom gebruikt om de schets opnieuw te oriënteren, klik dan opnieuw op de Navigatietool of druk op Esc om daar waar u was gebleven verder te schetsen.

Als u Schetsen automatisch extruderen/draaien in Doorsnedemodus selecteert in Geavanceerde opties wordt uw schets in Doorsnedemodus automatisch geëxtrudeerd naar 3D. De extrusiediepte is ingesteld op 10 keer de afstand van uw schetsraster. U kunt deze diepte voor elke geëxtrudeerde schets instellen door een waarde in dat afmetingveld in te voeren. Als u aan het schetsen bent op een reeds geroteerd vlak, wordt de schets automatisch geroteerd.

Als u de schetsobjecten kopieert en plakt, worden ze op hun originele locatie t.o.v. het midden van het raster geplaatst. De objecten worden gemarkeerd als u plakt zodat u ze eenvoudig naar een andere positie kunt verplaatsen.

Geschetste objecten worden toegevoegd aan de map Curves in de boomstructuur zodra u ze creëert. Als de lijst van schetscurves lang is, ziet u in de lijst Meer curves. Klik op Meer curves om de hele lijst weer te geven.

 

ClosedGedetailleerde instructies

Basispunt vergrendelen

  1. Open de SchetsmodusClosed.

  2. Selecteer de optie Cartesische afmetingen in het deelvenster Schetsopties.

  3. Selecteer het keuzevakje Basispunt vergrendelen in het deelvenster Schetsopties.

  4. Plaats de schets op het schetsraster m.b.t. door u gekozen afmetingen vanuit het vergrendelde basispunt basisafmeting.

Locatie van een basispunt wijzigen

  1. Terwijl u in de modus Schetsen met de muis op het basisafmetingpunt staat van waaruit u een afmeting wilt bepalen, druk op Shift om te dimensioneren tussen het geselecteerde object en dat punt.

  2. Klik en sleep de lijn of het punt dat u wilt bewerken.

    De cartesische afmetingen worden nu genomen vanaf dit nieuwe basispunt basisafmeting. 

Een schets bewerken

  1. Klik op de tool Selecteren. (U kunt ook drukken op Esc als u zich reeds in een schetstool bevindt.)

  2. Klik en sleep de lijn of het punt dat u wilt bewerken.

    Alt+klik en sleep als u de lijn of het punt wilt loskoppelen voordat u het punt/de lijn verplaatst.

    Ctrl+klik en sleep om een kopie te maken.

    Voer een waarde in om de verplaatsing te bemeten.

    U kunt ook de tool Verplaatsen gebruiken om een schets te bewerken.

Wisselen tussen een curve en een constructiecurve

Klik met rechts op de curve en selecteer Aan/uit.

Spiegelen in de modus Schetsen

  1. Teken een lijn of een constructielijn.

  2. Klik met rechts op de lijn en selecteer Als spiegellijn instellen in het contextmenu.

  3. Schets aan één zijde van de lijn om de schets te spiegelen aan de andere zijde.

    U kunt alleen geometrie spiegelen die u tekent na het instellen van de spiegellijn. Als u bestaande geometrie wilt spiegelen, gebruik dan de tool Spiegelen.

Lintgroep Schetsen

De tools aan de linkerzijde van de lintgroep worden gebruikt om schets- en constructiecurves te maken. De tools omkaderd door het lichte gebied rechts worden gebruikt om schetsen te bewerken.

De lintgroep Schetsen bevat de volgende tools voor het maken van schetsen:

 

Gebruik de tool Lijn om in 2D lijnen te schetsen.

Gebruik de tool Raaklijn om raaklijnen bij elke curve in uw ontwerp te maken.

Gebruik de tool Constructielijn om lijnen te tekenen die u helpen bij het maken van een accurate schets. Deze lijnen worden assen in de 3D modus.

Gebruik de tool Rechthoek om een rechthoek te tekenen langs de assen van het schetsraster.

Gebruik de tool Rechthoek met drie punten om snel een rechthoek onder elke hoek in 2D te schetsen.

Gebruik de tool Ellips om in 2D een ellips te schetsen.

Gebruik de tool Cirkel om in 2D een cirkel te schetsen als u de locatie van het cirkelmiddelpunt en de radius, diameter of een punt op de rand van de cirkel weet.

Gebruik de tool Cirkel met drie punten als u niet weet waar het middelpunt is, maar wel waar de rand van de cirkel moet komen. Deze tool functioneert met elke combinatie van vrije punten, bekende punten of raaklijnen.

Gebruik de tool Polygoon om een polygoon te schetsen met max. 32 zijden.

Gebruik de tool Raakboog om een boog te schetsen als raakboog tegen elke enkele curve of lijn in uw ontwerp.

Gebruik de tool Boog met drie punten om een boog te maken door begin- en eindpunten te specificeren en de radius of de koorde hoek.

Gebruik de tool Sweepboog om een boog te creëren met bekend middelpunt en eindpunten.

Gebruik de tool Spline om in 2D splines te tekenen. Een spline is een doorlopende kromme lijn zonder scherpe grenzen (d.w.z. zonder hoekpunten).

Gebruik de tool Punt om in 2D punten te tekenen.

Gebruik de tool  Vlakcurve om een curve te schetsen op een vlak van een vaste vorm.

 

De lintgroep Schetsen bevat de volgende tools om schetsen te bewerken:

 

Gebruik de tool Afgeronde hoek maken om twee snijdende lijnen of bogen bij te snijden of te verbinden zodat ze samenkomen met een boog rakend aan beide einden.

Gebruik de tool Offset curve om een offset van elke lijn in het rastervlak te maken.

Gebruik de tool Projecteren op schets om randen van een 3D-object op het schetsraster te projecteren.

Gebruik de tool Hoek maken om twee lijnen bij te snijden of te verlengen zodat deze een hoek vormen.

Gebruik de tool Wegknippen om elk lijndeel te verwijderen dat begrensd is door snijding met een lijn of een rand te verwijderen.

Gebruik de tool Curve splitsen om een lijn te splitsen met een andere lijn of een punt.

Gebruik de tool Buigen om rechte lijnen en randen te buigen tot een boog. U kunt de tool Buigen ook gebruiken om de radius van bogen en gebogen randen te wijzigen. Buigen kan worden gebruikt voor rechte lijnen tijdens het schetsen en als u bezig bent met bewerken in een dwarsdoorsnede.

Gebruik de tool Schaal om de besturingsgrepen weer te geven voor het manipuleren van een 2D object.

Toolguides voor schetsen

Voor de schetstools zijn er diverse toolguides waarmee u het gedrag van de tool kunt wijzigen. Deze guides zijn geactiveerd indien nodig:

 

Gebruik Referentiecurve selecteren om een schets op basis van een bestaande curve te dimensioneren.

Gebruik Afmetingbasispunt verplaatsen om het basispunt van uw startpunt naar een andere locatie te verplaatsen. Dit is nuttig als u de afstand tussen uw nieuwe schets en het bestaande object wilt instellen.

Gebruik Referentiehoek afmeting wijzigen om een schets te dimensioneren op basis van een referentiehoek vanuit een punt op een bestaand object.

Mini-werkbalk Schetsen

Tijdens het schetsen biedt de mini-werkbalk snelle toegang tot de volgende acties:

 

Klik op Terug naar 3D-modus om de tool TrekkenClosed te openen en uw schets te converteren naar 3D. Gesloten lussen worden oppervlakken of vlakken. Snijdende lijnen splitsen vlakken.

Klik op Nieuwschetsvlak selecteren om een nieuw vlak te selecteren om op te schetsen.

Klik op RasterClosed verplaatsen om het actuele schetsraster te verplaatsen of te roteren met de verplaats-handgreep.

Klik op VlakweergaveClosed voor een frontale weergave van het schetsraster.

Opties

De volgende opties zijn beschikbaar voor elke schetstool:


© Copyright 2015 SpaceClaim Corporation. Alle rechten voorbehouden.